In 1576 bracht Plantin zijn drukkerij over naar de Vrijdagmarkt. Zijn familie werkte en woonde er driehonderd jaar. Ze bouwden de ‘Gulden Passer’ uit tot een prachtige patriciërswoning. De Moretussen koesterden hun tot erfgoed geworden drukkerij. De laatste eigenaar, Edward Moretus, verkocht de woning in 1876 aan de Stad Antwerpen.
Het huis en de werkplaats van Christoffel Plantijn wisselde verschillende keren van plaats. Vanaf 1576 legt hij de basis voor de plaats waar negen generaties zullen wonen en werken en dat nadien het Museum Plantin-Moretus werd.
De drukkerij is het hart van het paleis van Plantin. Hier vindt u de twee oudste drukpersen ter wereld. Zij dateren van rond 1600. De zes andere drukpersen werken nog. Ontdek hier de workflow in een 16e eeuwse drukkerij.
De grote bibliotheek is ingericht als een rijke 17e-eeuwse privé-bibliotheek. Christoffel Plantin startte ze op. Balthasar I en zijn opvolgers bouwden ze verder uit. De conservatoren van het Museum Plantin-Moretus breidden de uitgaven van de Officina Plantiniana zélf uit.
De binnenplaats maakte, samen met de fraaie woning, al in de tijd van Plantijn zijn woning tot een toeristische attractie. Koningen, prinsen en prominenten kwamen het bezoeken. In de tuin ziet en ruikt u populaire planten uit de 16de en 17de eeuw.
Deze winkel is met zijn balie en kasten nog volledig ingericht voor de ‘boek’verkoop. Inclusief de geldweegschaaltjes voor de controle van zilveren en gouden munten. Het was Balthasar I Moretus die de boekwinkel in 1639 van de Kammenstraat naar hier verhuisde.
Op deze Brusselse wandtapijten volgt u het verhaal van Thomiris. Deze koningin uit het noorden van Iran nam het op tegen Cyrus. En won. De moedige koningin van een klein volk versloeg de grote Perzisch koning.
U vindt in het Museum Plantin-Moretus een uitgebreide schilderijenverzameling. Bijna de helft daarvan zijn portretten van de familie. De schilder? Peter Paul Rubens!