Martina en haar zussen werden door hun ouders niet grootgebracht voor een leven in de schaduw: Plantin zorgde er voor dat zijn dochters konden lezen en schrijven (sommigen zelfs in het Latijn en Hebreeuws). Later werden zij naar hun beste vermogen in handelsactiviteiten van de familie betrokken. Zo hield Martina al op haar zeventiende de kantwinkel van haar ouders draaiende. Ook na haar huwelijk bleef ze actief in die branche.
Martina is hier door Rubens afgebeeld in donkere kledij uit de 16de eeuw. De hoge molensteenkraag, kenmerkende schouderwrongen, typische sneetjes in de stof, zware vergulde ketting en fijn afgewerkte kant tonen een zakenvrouw uit de rijke burgerij die niet met zich laat sollen.