Rembert Dodoens: stadsgeneesheer van Mechelen, lijfarts aan het keizerlijke hof in Oostenrijk en hoogleraar aan de universiteit van Leiden. Maar vooral, schrijver van het Cruijdeboeck, na de Bijbel het meest vertaalde boek in Europa.
Samen met zijn collega’s en vrienden Lobelius en Clusius publiceerde Dodoens verschillende werken bij Christoffel Plantijn. Allemaal kunstwerkjes van wetenschap en grafiek.
Druk eens een Dodoens
Alle grote activiteiten in Museum Plantin-Moretus staan dit jaar in het teken van Dodoens: Week van de Smaak, Wetenschapsdag, ons jaarlijks terugkerend kerstfeest, ...
Als bezoeker krijg je de kans om zelf een zonnebloem, paddenstoel of kerstboom uit het Cruijdeboeck te drukken met een oude drukpers. Tijdens evenementen staat de drukpers klaar. En je gaat met een mooi kaartje en aandenken naar huis.
Dodoens toonde Vlaanderen zijn planten
1517. Rembert Dodoens wordt geboren in Mechelen. Zijn vader is er stadsdokter, en dat zou Rembert ook zélf 34 jaar lang zijn.
Maar we kennen hem vooral dankzij zijn publicaties. Op zijn 37ste geeft hij zijn Cruijdeboeck uit. Het wordt het meest vertaalde boek uit de 16de eeuw, na de Bijbel.
Meer dan 200 jaar blijft het Cruijdeboeck hét naslagwerk over kruiden. Vanwaar dat succes? Rembert Dodoens durft verder te kijken dan de kennis die was overgeleverd uit de klassieke oudheid. Hij trekt op onderzoek uit, de velden in, en dat over heel Europa. Hij beschrijft nauwkeurig de planten die hij onderzoekt, en onderzoekt de uitwerking ervan op de mens. Voor zijn publicaties staat hij erop dat de afbeeldingen perfect zijn. Al zijn publicaties zijn grafische én wetenschappelijke meesterwerken.
Dodoens is ook een taalvirtuoos. Hij publiceert het Cruijdeboeckin het Nederlands, en niét in het Latijn zoals toen de gewoonte was. Zo kan iedereen in Vlaanderen het lezen.
Op de vlucht voor Spaanse plunderaars
In zijn tijd staat Dodoens bij de machtigen der aarde vooral bekend als arts. Vele vorsten proberen hem te overhalen om bij hen hofarts te worden. Dodoens weigert altijd, tot in 1572 de soldaten van Alva zijn huis in Mechelen tijdens een plundertocht verwoesten. In 1574 trekt hij naar het hof van de Rooms-Duitse keizer Maximiliaan II in Wenen. Hij is dan al 57 jaar. Dodoens vindt er zijn collega Clusius terug, die in Wenen de keizerlijke medicinale tuinen beheert. Dodoens werkte al in 1557 met Clusius samen om het Cruijdeboeck in het Frans te laten vertalen.
Driespan van de plantkunde
De relatie met de opvolger van Maxmiliaan II, Rudolf II verloopt minder hecht en de door heimwee overmande Dodoens wil na vier jaar weg uit Wenen. Terug naar huis, naar Mechelen, maar dat blijkt te gevaarlijk.
Hij verhuist naar Antwerpen. Daar werkte hij al langere tijd samen met Christoffel Plantijn aan het Stirpium historiae pemptades sex, een Latijnse uitbreiding van zijn Cruijdeboeck in zes grote delen.
Dodoens ontmoet bij Plantijn Lobelius, die ook bij Plantijn publiceert. Net als Clusius, trouwens. Zo publiceert Plantijn alle boeken van het hele ‘driespan van de plantkunde’. Hoe belangrijk was dat trio? Vergelijk ze vandaag gerust met Janssen Pharmaceutica, Omega Pharma en Pfizer samen. Want bijna alle medicijnen werden in de 16de eeuw uit planten getrokken.
Dodoens sterft samen met de Gouden Eeuw
Dodoens ontvlucht ook Antwerpen dat door de Spanjaarden belegerd wordt. Plantijn drukt in 1583 nog zijn laatste meesterwerk, het eerder vernoemde Stirpium historiae pemptades sex. Dodoens werkt dan al aan de universiteit van Leiden. Daar sterft hij in 1585. Het jaar waarin ook Antwerpen valt. Het definitieve einde van de Gouden Eeuw.