Het lijkje werd vlakbij het vrouwenklooster van de Derde Orde gevonden. Het klooster vangt arme weduwen en meisjes op. Het bevindt zich niet ver van het Maagdenhuis.
De stad doet een oproep aan vroedvrouwen of andere personen die bij de geboorte aanwezig waren, of hierover inlichtingen kunnen verschaffen. Misschien heeft u weet van vrouwen, dochters of meisjes die onlangs zwanger waren en nu onverwacht geen kind meer dragen? Al wie een vermoeden heeft of iets heeft gehoord, wordt verzocht zich onmiddellijk bij de officier van de stad aan te geven.
De stad looft een beloning uit van 50 gulden. Discretie wordt verzekerd. Wie bij de feiten aanwezig was of hierover advies had verstrekt en zich komt aanmelden, zal niet worden gestraft.
Antwerpen, Lange Gasthuisstraat, 7 december 1607 18-19u.
Het gebod
7 december 1604, Jan I Moretus, Antwerpen
Nr. A 1843 II/434, L 374 (10 kopies)
Lees de transcriptie hier >
Samenvatting
Het stadsbestuur beveelt eenieder die getuige was van de dood van het kind, er over gehoord heeft of enig vermoeden heeft, dit feit te komen aangeven bij de stadsofficier. Diegene die vrijwillig de moord komt aangeven zal een beloning van 50 (carolus)gulden ontvangen. Getekend: Hendrik de Moy, stadssecretaris. 7 december 1607.
Wist je dat
50 gulden
Vijftig gulden als beloning is een groot bedrag. In 1583-1584 bedroeg het jaarloon van de pestmeester 200 gulden, van een beëdigd chirurgijn 50 gulden. Een vroedvrouw verdiende tijdens de pestperiode 20 gulden, een stadsmetser of -timmerman 10 gulden.