Na het overlijden van Jan I Moretus in 1610 kwam de Officina Plantiniana in handen van zijn zonen Jan II en Balthasar I Moretus. Die moesten samen het bedrijf als één geheel leiden.
Vroege dood van Jan II Moretus (1576 - 1618)
Jan II en Balthasar I Moretus verdeelden de leiding van de Officina Plantiniana. Jan II zorgde voor de boekhandel van het bedrijf, terwijl Balthasar I zorgde voor de contacten met de auteurs en de redactie van de teksten. Jan II overleed al in 1618, waardoor Balthasar I Moretus het bedrijf alleen voortzette.
Balthasar I Moretus (1574 - 1641)
Balthasar I Moretus bleef de meester van de Officina Plantiniana tot zijn dood in 1641. Zijn luxueuze edities maakten indruk in heel Europa. Dankzij Philippus de Peralta, een invloedrijk Spaans jezuïet, kregen de Moretussen terug grote contracten voor leveringen naar Spanje en de Spaanse kolonies. Andere werken zoals historische en Neolatijnse uitgaven maakten ook nog een groot deel uit van het fonds van Balthasar I Moretus.
Samenwerking met Rubens
Sinds zijn eerste schooljaren in de Latijnse school was Balthasar goed bevriend met Peter Paul Rubens. De schilder ontwierp boekillustraties en leverde schilderijen met portretten van de ouders, grootouders en beste vrienden van de familie. Deze sieren nog altijd de wanden van het ‘groot salon’. Balthasar I Moretus bouwde het huis uit tot een prachtige patriciërswoning.
