De grote bibliotheek
De bibliotheek is vandaag nog altijd ingericht als een humanistische, 17e-eeuwse privé-bibliotheek. Met hoge rekken, gevuld met boeken die volgens formaat zijn geplaatst, lezenaars, globes en bustes. De houten bustes op de lezenaars stellen heiligen en pausen voor. De plaasteren bustes op de boekenrekken tonen de hoofden van Griekse en Romeinse geleerden en keizers.
Hoe ze groeide
Eind 1563 ging Christoffel Plantin over tot de aankoop van een eerste pakket boeken “pour le service cotidien ou futur de l’imprimerie”. Plantin kocht ook handschriften en incunabelen om bepaalde werken zelf opnieuw uit te geven, en verder publicaties van concurrenten en kennissen. Deze manuscripten vormden de basis voor de werkbibliotheek van de Officina. Ze waren handig bij de voorbereiding van nieuwe tekstedities van kerkvaders en Griekse en Romeinse auteurs. Alleen de proeflezers maakten er gebruik van. In die zin behoorde de bibliotheek tot het drukkersbedrijf. Plantin zelf verkocht dan weer liever de hele oplage van zijn eigen uitgaven dan er één exemplaar van te bewaren.
Grootste collectie uitgaven Officina Plantiniana
Pas Balthasar I bouwde de humanistische privé-bibliotheek verder uit. Zijn opvolgers zetten dat proces voort, een groei die rond 1700 weer stopte. Het is vooral sinds 1876 dat het boekenbezit van het museum fel toenam. De opeenvolgende conservators leverden grote inspanningen om alle Plantin- en Moretusedities te verwerven.