Na Christoffel Plantin neemt het drukkers- en uitgeversgeslacht Moretus het roer over in de Officina Plantiniana.
Op vijftienjarige leeftijd, rond 1558, komt Jan Moerentorf in dienst bij Plantin. Hij werkt zich van hulp in de boekwinkel op tot Plantins rechterhand. Door zelfstudie beheerst hij vele talen. Naast zijn moedertaal, het Nederlands, kent hij Frans, Italiaans, Spaans en Latijn. In 1570 trouwt hij met Plantins tweede dochter Martine. Tijdens Plantins verblijf in Leiden (1583-1585) leidt hij samen met zijn schoonbroer Franciscus Raphelengius de Officina Plantiniana in Antwerpen. Na Plantins dood in 1589 neemt hij de leiding van het bedrijf over.
Jan Moerentorf zet zijn naam om in het Latijn: Moretus. Met Jan I Moretus startte het drukkers- en uitgeversgeslacht Moretus dat tot diep in de 19de eeuw zou blijven bestaan.
Jan I Moretus sterft op 22 september 1610 en wordt begraven in de O.L.V.-Kathedraal. Om erfenisperikelen te vermijden, bepaalden Jan I Moretus en zijn vrouw Martine in hun testament dat onder alle omstandigheden de Officina Plantiniana één geheel moest blijven. Daardoor kwamen zijn zonen Jan II en Balthasar I samen aan het hoofd te staan van de Plantijnse uitgeverij.