Wat heb je nodig?
Algemeen:
- Schaar
- Vouwbeen
- Meetlat
- Rechthoekige driehoek
- Snijmat of dik stuk grijskarton
- Breekmes
- Potlood en gom
- Geruit papier
- Bureauklemmetjes of kleine zwarte klemmen
Voor de binnenkant:
- 24 vellen mooi papier van 120 gr (geen kopieerpapier!)
- Gewaxte linnen draad of andere dikkere draad van katoen (1mm. max.) die niet kan scheuren
- Boekbindersnaald
- Els of priknaald
Voor de buitenkant:
- Een stuk leer of stevig karton (240 gr) of dik handgeschept papier in een mooie kleur 22 x 31,7 cm. Je kan best een groot vel nemen en dat op maat snijden.
Optioneel:
- 1 A4 schutblad 100 g tot 120 g, gemarmerd, in een mooie kleur of met een leuk motiefje.
TIP: Je kan het materiaal bij De Banier, Lucas Creatief (dik, handgeschept papier) of Schleiper aankopen, leer is echter niet via deze winkels te verkrijgen.
Voorbereiding van de katernen
We maken katernen van een aantal dubbelgevouwen papieren die in elkaar geschoven zijn. Prentenboeken zijn vaak in katernen genaaid.
- Neem je A4 papier en maak er zes stapeltjes van. Elke stapel papier telt vier vellen.
- Vouw per stapeltje alle papieren in twee in de breedte en schuif ze in elkaar. Werk nauwkeurig en vouw ze precies in twee.
- Strijk met je vouwbeen over de vouw zodat je een mooie scherpe kant hebt.
- Doe dit zes keer zodat je 6 katernen voor je hebt liggen.
Maken van een prikmal
- Neem een geruit A4 papiertje en vouw dit in 2.
- Vouw het terug open. Meet van de bovenkant 1,5 cm af en zet een kruisje in de vouw.
- Doe dit ook aan de onderkant.
- Het derde kruisje zet je in het midden tussen de twee andere kruisjes.
Prikken van de katernen
- Neem nu je katern en leg je prikmal in het midden in de vouw.
- Leg je katern met de vouw naar je toe aan de rand van de tafel.
- Vouw ze omhoog en prik met je els of priknaald een gaatje door elk kruisje. Doe dit bij elke katern.
De kaft
- Leg je snijmat, lat, potlood en breekmes klaar.
- Snijd je omslagpapier uit dik handgeschept papier. Snij je kaft op de opgegeven afmeting 46 cm x 21,6 cm. Let op dat je alles precies snijdt en dat je hoeken recht zijn.
- Leg je uitgesneden stuk omslagpapier horizontaal voor je.
- Neem je meetlat en meet van links 15 cm, zet een streepje en meet nog eens op een andere hoogte. Nu heb je twee streepjes om een rechte lijn te trekken. Leg je meetlat aan en maak deze lijn met je vouwbeen, niet met je potlood.
- Trek 6 lijntjes voor je katernen naast de markering die je juist gemaakt hebt. De eerste streep zet je op 0,5 cm rechts van de markering, de volgende 5 strepen zet je op dezelfde manier, telkens met 0,5 cm ertussen.
- Meet nu ter hoogte van je 6 strepen van boven en onder je omslag 3 mm en trek een lijntje. Vanaf dit lijntje meet je telkens 1,5 cm en trek je opnieuw een lijn. Die over je 6 lijnen voor je katernen loopt. Zo verkrijg je je bovenste en onderste naaipunt. Nu meet je 9 cm van deze lijn naar het midden toe. Dit is je middelste naaipunt.
- Neem je els of priknaald en prik de gaatjes door. Doe dit zachtjes van binnen naar buiten en steek dan dieper door van buiten naar binnen.
- Snij nog een strook van je omslagpapier die even breed en lang is als je rug.
- Kleef deze strook aan de binnenkant van je omslag op de plek van de rug. Zo verstevig je deze nog eens extra.
- Prik ook door de gaatjes in je rug om te kunnen naaien.
Naaien van je boekje
Je ziet in het filmpje het naaien van de eerste 3 katernen, nadien naai je gewoon door tot je zesde katern.
- Leg je kaft voor je met de lange strook van je weg.
- Plaats je eerste katern op je kaft op de lijn die het dichtst bij jou ligt.
- Meet een stuk draad af dat 13 keer de hoogte van je katern heeft.
- Steek je naald aan de binnenkant door het middelste gat van het katern en door het middelste gat van de kaft. Laat een stukje draad aan de binnenkant van het katern zitten.
- Naai verder met je naald door het rechter gat van buiten naar binnen te steken. Let op dat elke steek goed aangetrokken is.
- Steek je naald aan de binnenkant opnieuw door het middelste gaatje.
- Breng je naald van buiten naar binnen door het linker gaatje.
- Om het naaien van je eerste katern af te maken, steek je je naald voor de derde keer door het middelste gaatje, maar je steekt nu niet door het katern. De draad is nu aan de binnenkant van de kaft zodat je zo dadelijk aan het tweede katern kan beginnen.
- Leg het volgende katern op je genaaide katern.
- Naai dan door dezelfde gaatjes, maar in plaats van naar buiten te steken, steek je nu naar binnen - en vice versa. Steek je naald in het nieuwe katern in het middelste gaatje.
- Dan naar buiten door het gaatje rechts van je. Let er op dat je zeker ook door de tweede rij gaatjes van je omslag naait.
- Naai verder het tweede katern vast zodat je de draad aan de binnenkant van de omslag houdt als je hiermee klaar bent. Omdat de binding geëindigd is met een steek door het middelste gaatje, zal de naald deze keer enkel door de omslag moeten. Daarna kan je ver verder naar je volgende katern.
- Ga verder met het naaien van je boek tot elk katern is ingebonden. Beëindig je binding met de draad aan de binnenkant van het laatste katern. Maak een eenvoudige knoop en doe dit ook in je eerste katern.
Optioneel: een schutblad
- Snij hiervoor een stukje mooi versierd papier van 21 x 15,3 cm.
- Trek een lijntje op 5 mm van de linkerkant op de achterkant van je papier
- Vouw dit lijntje om
- Doe dan lijm op het smalle omgevouwen stukje en kleef het op het eerste vel van je voorste katern aan de linkerkant.
Proficiat, je bent nu helemaal klaar!
Werk af met een eigen gedicht of tekening en laat je boekje rondgaan bij je vrienden.