In een naïeve tekenstijl geeft de anonieme tekenaar een accuraat beeld weer van de vis. Nieuwsgierigen, onder wie een groep monniken, bestuderen het kolossale beest. Ze meten de vinvis met behulp van stokken. De afmetingen werden zorgvuldig door de tekenaar opgelijst: het dier was 75 voet lang en 38 voet breed.
De tekening werd gebruikt als model voor de ‘gewone vinvis’ in het Walvisboek (1584) van de Scheveningse jutter Adriaen Coenen. Dit manuscript, bewaard in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, is een van de oudste handschriften over walvissen en andere zeedieren uit Noordwest-Europa. Het staat eveneens op de topstukkenlijst.
Strandingen van grote vissen trekken van oudsher veel nieuwsgierigen. Meestal gaat het om potvissen. Ze werden regelmatig in prent gebracht, zoals de in Scheveningen gestrande potvis in 1598 door Jan Luyken.
Anoniem, Aangespoelde vinvis te Egmond, 1547, inv. PK.OT.00826
Meer info over de prent en een beeld in hoge resolutie vind je in onze catalogus >
Opschrift op de tekening
Dit is de figuer van de Vysch diet t[eg]mont ist anghecom[en] op den vij dach in mey Jnt jaer ons heeren [MV] en[de] xlvij Jtem vant oghe off tot Die naes toe xiiij voet lanck Jtem vant oghe off tot die vynne toe vj voet \\ lanck. ende Die vyn was lanck vj voet.\\
Jtem van die een kaecke tot die andre toe xvj lanck. ende Die kaecken waren x voet breet\\
Jtem van syn naeuel toe Die start toe xxv voet lanck. ende die start was xvj voet breet\\
Jtem dese Vysch was lanck lxxv voet. elck voet van\\
elf Duim. ende was Dycke xxxviij voet.
Vrije hertaling
Dit is de afbeelding van de vis die te Egmond is aangespoeld op 5 mei 1547. Van de ogen tot de neus 14 voet lang en van de ogen tot de vin zes voet lang. De vin was 6 voet lang. Van de ene kaak tot de andere 16 voet lang. De kaken waren 10 voet breed. Van de navel tot de staart 25 voet lang. De staart was 26 voet breed. De vis was 75 voet lang. Elke voet van 11 duim. En was dik 38 voet.