Het feestgedrag van onze voorouders hebt gij zo goed gevat, de grote vreugde bij de geboorte en doopsel van een kind, de vroomheid bij het graf. Bij de bruiloft komt al het leven samen rond de onverstoorbare bruid uit wiens lijf een levensboom lijkt te groeien te midden het zuipen, het vreten, het heimelijk liefdesspel en het schijten in het graan.
Ge weet uw lezers te vertellen dat zowel arm als rijk veel geld staken in een feest, en allicht wekte dat uw verbazing. Ge spreekt er met veel genoegen en smaak over, ook al lijkt dat in tegenspraak met uw levensmotto Ne quid nimis, in niks teveel.
En toch zit daar nog wat anders onder dat dieper gaat dan de boerentaferelen waar ook Bruegel zo zot van was, of moet ik zeggen: waar zijn opdrachtgevers zo graag geld voor gaven. Die opkomende klasse van handelaars die gij hebt meegemaakt was immers verzot op de boer als fenomeen, als een die op het land werkt en op het dorpsplein plezier maakt, een die zonder complexen leeft en vrijt, en drinkt en schijt.
Allicht hebt gij ook het verhaal gehoord over Bruegel; dat hij zich samen met zijn maat Hans Franckert graag verkleedde als boer om dan onopvallend de vele feesten mee te maken en mensen te observeren. Wie weet waren er een paar opdrachtgevers bij die heimelijk de boeren benijdden en de eenvoud van hun bestaan dat in schril contrast staat met de handel, het wegen en het afwegen, de investeringen en de rentes, de zeeroutes en de scheepsverzekeringen, de leningen bij de bank. Dan toch liever zo’n heerlijke boerenbruiloft niet?
Wat hou ik van deze prent. Volgens mij zoudt gij ze hebben ingeschat als zijnde ‘typisch’. Dit zijn de Lage Landen, dit feest staat er symbool voor. Maar we weten allebei intussen dat het leven oneindig complexer kan worden dan een feest. Uw hang naar matigheid was wellicht ook maar een streven.
Museum Plantin-Moretus · Komt een Italiaan naar de Nederlanden | Jeroen Olyslaegers over 'Boerenbruiloft', 1530-1611
Boerenbruiloft, Pieter van der Borcht - Bartholomeus de Momper, 1530-1611