Christoffel Plantijn, een boekbinder-drukker uit Frankrijk, komt rond 1550 naar Antwerpen. Hij start er de Officina Plantiniana, de Plantijnse uitgeverij. Het is het begin van een familie- en bedrijfsgeschiedenis die drie eeuwen zal duren.
'Boven andere plaatsen koos ik de Nederlanden en in het bijzonder deze stad Antwerpen als woonplaats. Want ik vond dat geen enkele andere stad ter wereld meer voordelen bood voor het ambacht dat ik toen begon.'
Christoffel Plantijn in een brief aan paus Gregorius XIII, 9 oktober 1574
Plantijn trouwt met Jeanne Rivière, die hij heeft leren kennen in Normandië. Samen krijgen ze zes dochters en een zoon. Vijf dochters bereiken de volwassen leeftijd. Plantijn arrangeert voor elk van hen een huwelijk dat hem ook zakelijk voordeel oplevert. Drie van zijn schoonzoons werken ook in Plantijns bedrijf.
Plantijn over zijn dochters: 'De vier oudsten heb ik van jongs af aan goed leren lezen en schrijven, zodat ze vanaf de leeftijd van vier of vijf tot ongeveer hun twaalf jaar konden helpen met het nalezen van drukproeven in gelijk welk alfabet of gelijk welke taal.'
Plantijn leeft in woelige tijden. Godsdienstkwesties en oorlog beheersen het dagelijks leven. Toch slaagt hij erin een bloeiend bedrijf op te zetten met verkooppunten in Parijs en Frankfurt. In Leiden heeft hij een tweede drukkerij. Plantijn heeft een netwerk van contacten in heel Europa. Bovendien verkoopt hij niet enkel boeken, maar ook kaarten, prenten, wereldbollen en ... kant.
'Met ingespannen arbeid, volharding en geduld komt men alle tegenslagen te boven.'
Plantijn in een brief aan een vriend.
Plantijn bouwt een sterke reputatie op als drukker. Hij gaat voor het serieuze werk: religieuze, wetenschappelijke en humanistische boeken. Plantijn is goed op de hoogte van de nieuwe letters die er op de markt komen. Hij biedt zijn klanten een grote keuze aan lettertypes met prachtige uitgaven als resultaat.
Hij beperkt zich niet tot het Nederlands, Frans en Latijn. Ook Griekse, Spaanse, Hebreeuwse, Duitse, Italiaanse, Oud-Syrische en Aramese uitgaven verlaten zijn drukkerij.
Plantijn schrijft in een brief aan een vriend: 'Het drukkersvak is een ware afgrond, een diepe put. Je kunt niets anders doen dan keihard en standvastig werken en zonder ophouden alles wat de afgrond verlangt in het gapend gat gooien, want anders zal het zijn meester en iedereen die met hem te maken heeft verzwelgen en verslinden.'
foto: Ans Brys
Plantijn leidt de grootste typografische onderneming van Europa. Met 16 drukpersen en meer dan 50 mensen in dienst leidt hij in 1570 de grootste uitgeverij ter wereld en zet hij een 'sectorrecord' neer dat pas in de 19de eeuw wordt verbeterd. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Plantijn dag en nacht met zijn bedrijf bezig is.
Schoonzoon Jan I Moretus over Plantijn: 'Ik verwacht vandaag mijn schoonvader terug thuis uit Parijs. We hebben vernomen dat hij in Gent nog in goede gezondheid verkeerde. [...] Thuis bij ons kan hij niet van een goede gezondheid genieten omwillen van de dagelijkse zorgen en ellende.'
Plantijn is niet enkel een zakenman en bedrijfsleider. Hij is ook een man met een missie, een humanist. Hij gelooft in de maatschappelijke rol van boeken, het belang van onderwijs, van wetenschappen en van de klassieke auteurs.
Benedictus Arias Montanus, de redacteur van de meertalige bijbel, schrijft over Plantijn: 'Ik heb nog nooit iemand ontmoet die zoveel talent en goedheid in één persoon verenigt. [...] Dit is geen man van vlees en bloed, dit is een en al geest. Hij denkt niet aan eten, of drinken of rusten. Hij leeft voor zijn werk.'