Overslaan en naar de inhoud gaan

Goudleer

Rijke burgers lieten van de 16de tot de 18de eeuw hun wanden bekleden met goudleer. In ‘de kamer van Justus Lipsius’ vindt u een van de zeldzame kamers die nog bekleed zijn met guadameciles, het originele Spaanse goudleer.

Bladzilver en een vernislaag

Goudleer is géén verguld leer, zoals de naam doet vermoeden. De goudglans komt van bladzilver op het leer, dat daarna een gele vernislaag krijgt.
 

Guadameciles

'De kamer van Justus Lipsius' is één van de weinige kamers ter wereld waarvan de wanden nog bekleed zijn met origineel Spaans goudleer, het zogenaamde guadameciles. Al in 1659 decoreerde het een kamer op de bovenverdieping in het huis van Plantin. Achteraf kwam het ook op de benedenverdieping. De Spaanse benaming voor deze leersoort verwijst naar de stad Ghadames in het huidige Libië. Daar zou de nijverheid lang voor de 13e eeuw zijn ontstaan.
 

Kostbare bekleding

Mechelen kende in de 16de eeuw al vele ateliers voor de productie van het kostbare goudleer. De Moretussen en andere rijke burgers in de 16de, 17de en 18de eeuw toonden er hun rijkdom mee. Het diende ook als isolatie. Het goudleer in de verschillende kamers is een bescheiden weergave van wat ooit in de verschillende woonruimtes van de Moretussen hing. Goudleer behoorde tot de roerende goederen: bij erfenissen werd het dus verdeeld. 

 

Museum Plantin-Moretus

Unesco werelderfgoed

Slogan icons

Meld je aan voor de nieuwsbrief