Nadine Baudriller is afkomstig het Franse Bretagne en is een nazaat van Edward Moretus (1804 - 1880). Hij was haar betovergrootvader, de grootvader van haar grootmoeder Marguerite de Granges de Surgères (1886 - 1970). Edward Moretus verkocht de Gulden Passer aan de Vrijdagsmarkt in 1876 aan de stad en in 1877 opende het Museum Plantin-Moretus er de deuren.
Het is erg uitzonderlijk dat we onze collectie kunnen uitbreiden met een schenking van nakomelingen van de familie Moretus. Het is nog uitzonderlijker dat het om een portret van een nakomeling van Christoffel Plantijn gaat.
Het portret was niet in de beste staat en onderging daarom een grondige restauratie. Restaurateur van dienst was onze collega Marc Leenaerts van Behoud en Beheer. Eerst maakte hij zorgvuldig de staat van het portret op. Enkele maanden later begon hij aan de eigenlijke restauratie van het portret. Welke stappen er ondernomen zijn tijdens het restauratieproces ontdek je hieronder.
Op de achterzijde van het bedoekingsdoek staat geschreven: ‘Edouard Jean Hyacinthe Moretus Plantin // 1804 – 1880’
Geoxideerd en broos
Het originele schilderdoek is erg geoxideerd (= aangetast door het contact met zuurstof) en broos geworden. In het doek zijn oude scheuren en sporen van vroegere behandelingen zichtbaar zoals incrustaties (= het vastzetten van een stukje vreemd materiaal in het paneel zodat het één geheel vormt) en doublering (=aan de achterkant van een schilderij een tweede doek aanbrengen om de levensduur van het werk te verlengen).
De oude scheuren tekenen zich af in de verflaag en zijn op sommige plaatsen opengegaan. Waarschijnlijk zijn ze voor de bedoeking niet goed gevlakt en gefixeerd langs de achterzijde. Die achterzijde is in het verleden ook ingesmeerd met een dikke laag loodwitverf die voor een vervorming van de drager zorgt.
Aan de beschilderde zijde zijn op de vergeelde vernislaag een dikke laag oppervlaktevuil, verschillende oude retouches, overschilderingen met olieverf en erg veel kleine plekken waar er geen verf meer is zichtbaar. Afgaande op de kleur, kan je de conclusie trekken dat deze kleine onvolledigheden recenter zijn.
Hier zie je restaurateur Marc Leenaerts aan het werk, in de carrousel eronder kan je de verschillende stappen van het restauratieproces volgen.
De behandeling start met het uitlijsten van het werk en het verwijderen van de verroeste nagels.
Na het wegnemen van het oppervlaktevuil dunnen we de vergeelde vernislaag af zodat de originele kleuren zichtbaar worden. Achterblijvende oude storende olieretouches verwijderen we manueel met het scalpel
Na de reiniging brengen we een grondvernis aan op basis van damarhars, hars van een hardhoutboom uit Zuid-Oost Azië.
Door de geoxideerde en broos geworden drager zijn de omslagranden afgescheurd. De huidige bedoeking zorgt ook voor een vervorming van de drager. Daarom verwijderen we de oude bedoeking.
Daarna voorzien we het werk van een nieuwe en soepelere steundoek. Om de verflaag te beschermen bij het verwijderen van de oude bedoeking brengen we een dunne laag Japans papier aan.
Na de verwijdering van het bedoekingsdoek wordt een dikke en versteende loodwitlaag zichtbaar. Ook deze laag moeten we volledig wegnemen vooraleer we het werk kunnen ‘vlakken’.
Om de spanning in het schilderij te verdelen, verwijderen we de laag stukje voor stukje in een soort van dambordpatroon.
Vervolgens vlakken we de opstaande randen en herstellen we de scheuren met textiellijm en draadjes.
Ondertussen bereiden we het nieuwe steundoek voor de bedoeking.
Na de bedoeking verwijderen we ten slotte het Japans papier die als beschermende laag diende. De restauratie is hiermee voltooid.