Transcriptie
Gheboden ende wt-gheroepen by
mijnen Heeren, den Onder-Schouteth, Borgher-
meesteren, Schepenen, ende Raedt der
Stadt van Antwerpen, op den
xxiiij. Iulij, 1608.
Alsoo ter kennisse vande Heere ende Stadt ghecomen
is / dat Cornelis vanden Bempde den Jongen / Hen-
drick Grison / ende Hendrick …. (n.i.) hen hebben
vervoordert [veroorloofd] met Jeronymus Helius / ende Querijn (Quentin / Kwinten ?)
Geertruyt teghenwoordelijck ghevanghen sittende /
en Sondaghe acht daghen des nachts lestleden groo-
te fortse ende ghewelt die vande wachte / ende andere
goede lieden opter straeten aen te doene / hebbende
oock op-loop ghedaen opde deuren ende huysen vande goeden lieden ende
henne vensters ende ghelaesen in diversche straeten ende plaetsen in stuc-
ken gheworpen / ende dat sy lieden ter causen vandien zijn absente-
rende / ende niet teghen-staende dat sy noch eens zijn voort-gheroepen (opnieuw zijn opgeroepen) / en-
de niet gecompareert [verschenen]: SOO IST datmen voor de tweede reyse (keer) van s’Hee-
ren ende deser Stadt wegen de voorseyde drij persoonen voorts-roept / ten
eynde sy hen des aen-gaende comen verantwoorden en woensdaghe toe-
comende voor den Heere ende Weth / goedts tijds [op tijd] voor den noene [middag] / oft an-
dersints [of anders] salmen teghens hun voorts procederen / soomen nae recht sal be-
vinden te behooren.
D. Vander Neesen.
Originele tekst
14 juli 1608, Jan I Moretus, Antwerpen
Nr. A 2010 II/339, L 380 (3 kopies)