Door Kristof Selleslach, archivaris van het Museum Plantin-Moretus
Lezing gehouden op zondag 24 april 2022 ter gelegenheid van Erfgoeddag
Geletterdheid en talenkennis zijn basisvoorwaarden om een drukkerij en uitgeverij te leiden. Daarom bood de familie Moretus haar kinderen alle onderwijskansen. De kinderen genoten thuisonderwijs of werden naar een kostschool gestuurd. In eigen stad liepen ze school in de colleges van de augustijnen of de jezuïeten. Meer dan eens stuurden de ouders hun kinderen naar Wallonië voor een taalbad. Gaandeweg steeg de sociale status van de familie Moretus naar grote hoogte. Privélessen dans en muziek vervolledigden de elitaire opvoeding. De begaafde Moretuszonen studeerden voort aan de universiteiten van Leuven of Douai. Aan de hand van eeuwenoude archiefstukken wil ik graag de schoolcarrières van de geprivilegieerde Moretuskinderen illustreren.
Nieuwjaarsbrieven
De Moretussen stuurden hun kinderen al op jonge leeftijd naar een kostschool in een andere stad. Dit merk je heel goed aan de nieuwjaarsbrieven die de kinderen aan hun ouders schreven. De negenjarige Franciscus Joannes Moretus had net leren schrijven en was er heel fier op. In koeien van letters schonk hij de eerste vruchten van zijn pennenkunst aan zijn ouders:
beminde vader ende moeder het niew jaer dat ick ue toe wensche vol heijl en segen geeft mij aenlijdinge om ue de eerste vruchten van mijn penneconst op te dragen aenveirt dan dese offerhande van plicht en liefde ue oodtm ende ond: dienaer franciscus joannes moretus
Brief van Franciscus Joannes Moretus aan zijn ouders, 31 december 1726 (MPM Arch. 609, p. 204)
Voor deze korte nieuwjaarswens had de jonge Moretus drie bladzijen nodig. De datum 31 december 1726 heeft een volwassen hand achteraf aangevuld. Jaar na jaar kromp zijn handschrift tot normale proporties. Op Oudjaar 1729, drie jaar na zijn eerste nieuwjaarsbrief, maakte Franciscus Joannes Moretus plots in het Frans zijn nieuwjaarswensen aan zijn vader over. Hij zat toen op internaat in Rijsel. Zijn moeder Theresa Mathilda Schilders was in de afgelopen zomer in het kraambed overleden na de geboorte van zijn jongste zusje. Deze noodlottige afloop kwam al aan bod in een vorig verhaal over de dagboeken van Theresa Mathilda.
Taalbad
Een taalbad in Wallonië rendeerde, dat leren we uit een brief die de vijftienjarige Frans Jozef Moretus van zijn oma ontving in januari 1776. De tiener zat toen op internaat in Bergen, en van daaruit had hij haar kennelijk een nieuwjaarsbrief in het Frans gestuurd. Zijn oma complimenteerde Frans Jozef met zijn toegenomen Franse taalkennis: “Je vais aussi avec plaisir que vous commencez à bien posséder la langue Françoise”, schreef ze onder meer.
De Moretussen stuurden ook hun dochters naar de kostschool. Het klooster van Berlaymont in Brussel richtte zich in de zeventiende eeuw op de opvoeding van meisjes uit de hogere burgerij. Anna Maria Moretus verbleef minstens van haar twaalf tot zeventien jaar in dit meisjespensionaat. De deftige kostschool bestaat nog steeds, maar ze verhuisde in 1960 naar Waterloo vlakbij het kasteel van Argenteuil.
Peroken heeft de petiesen
Voor elke ouder klinkt het vertrouwd in de oren: de school die je belt omdat je kind ziek is, en je vraagt om het zieke kind zo spoedig mogelijk te komen halen. Ook Anna Maria de Neuf werd met deze situatie geconfronteerd, met uitzondering van het telefoontje natuurlijk. De echtgenote van Balthasar III Moretus reed in janauri 1695 samen met een zwartzuster met een gehuurde koets naar de kostschool in Lier. Haar bijna-tienjarige zoon Petrus – met de koosnaam ‘Peroken’ – had de ‘petiesen’. Vermoedelijk gaat het om de waterpokken. Ze overnachtte in Lier in een herberg en keerde de volgende dag met haar zieke zoon terug naar huis. Alle kosten die Anna Maria maakte noteerde ze zorgvuldig in haar huishoudjournaal.
Huishoudjournaal 1682–1699 van Anna Maria de Neuf met de onkosten gemaakt voor haar zieke zoon Petrus Moretus op 26 januari 1695 (MPM Arch. 473, fol. 187 recto)
Een bijzonder prijsboek
Latijnse scholen stimuleerden de wedijver tussen leerlingen met de uitreiking van prijsboeken na de examens. Aan het begin van de zomer van 1674 kreeg de dertienjarige Melchior Moretus ook een prijsboek. In het blogbericht Vakantielectuur met een bijbedoeling werd het verhaal van Melchiors prijsboek reeds verteld. Melchior ging naar school in het gymnasium van de augustijnen te Antwerpen. Volgens de opdracht in het prijsboek was hij slechts een middelmatige leerling. Hij behaalde de achtste plaats van zijn klas in de Latijnse vormleer waarin de scholieren de verbuigingen en vervoegingen van de klassieke taal aanleren.
Testimonum van de paters augustijnen aan Melchior Moretus (MPM A 2325, schutblad)
Opmerkelijk: Melchior kreeg niet de gebruikelijke tekstuitgave van een klassieke auteur maar het heiligenleven van de Zalige Giovanni Chigi. Hij was een telg uit een hoogadellijk Italiaans geslacht. Na een losbandig leven van jagen en ridderspelen maakte hij rond zijn achttiende jaar een acute geloofscrisis door. Hij maakte een radicale omslag en trad in bij de augustijnen. Kan er een parallel getrokken worden tussen de levens van Giovanni en Melchior? Vonden de paters het noodzakelijk om Melchior een goed voorbeeld te tonen om zijn puberkuren te verlichten? Melchiors vader was enkele maanden voor de uitreiking van het prijsboek onverwacht overleden. Had Melchior het lastig om de dood van zijn vader te verwerken? Was de uitreiking van het prijsboek een subtiele zet van de paters om Melchior in de richting van zijn onvermijdelijke levensbestemming te duwen, met name de toetreding tot de geestelijkheid?
Schooltoneel
Behalve prijsboeken was het schooltoneel één van de fundamenten van de didactiek in de Latijnse colleges. Jaarlijks stond er een toneeluitvoering op het programma. De voorstelling van de jongste kinderen was in hun moedertaal, maar de oudere kinderen voerden hun toneelstuk in het Latijn op. Vaak werd er een programma gedrukt, en zo kennen we de rolverdeling. De negenjarige Louis Moretus stond in augustus 1767 op de planken in het augustijnencollege van Antwerpen. Zijn klas voerde een toneelstuk op met de lange titel “Constantinus den Grooten eersten christen keyzer over den goddeloosen Maximianus zegen-praelende”. Louis vertolkte de twee hoofdrol, met name Helena, de moeder van keizer Constantinus de Grote. In een jongensschool werden de vrouwenrollen vanzelfsprekend vertolkt door jongens. Behalve Louis vertolkten nog drie klasgenoten een vrouwenrol.
Rolverdeling van het toneelstuk ‘Constantinus den grooten eersten christenen keyzer over den goddeloosen Maximianus zegen-pralende’ uitgevoerd in augustus 1767 (MPM A 2940, fol. A1 verso)
Het schoolrapport van Trinette Moretus
Schoolrapporten van de Moretussen heb ik nog niet teruggevonden in het Plantijns archief, op één uitzondering uit de negentiende eeuw na. De zeventienjarige Catharina Maria Josepha Moretus – roepnaam Trinette – stuurde vanuit het Gentse meisjespensionaat van de Dames de l’Instruction Chrétienne haar schoolrapport voor de maanden maart en april 1818 naar Louis Moretus. Haar beide ouders waren overleden, en nonkel Louis zorgde voor haar. Het rapport biedt de gelegenheid om het lessenpakket van een elitaire meisjeskostschool in de vroege negentiende eeuw te leren kennen.
Schoolrapport van Trinette Moretus van het pensionaat van de Dames de l’Instruction Chrétienne, april – mei 1818 (MPM Arch. 1454, stuk 37)
Volgens de nonnen was Trinette zeer aandachtig in de godsdienstles: “Religion, très attentive aux instructions”. In lezen was ze geen krak, maar ze kon ijverig schrijven: “Lecture, peu agréable” / “Écriture, appliquée”. Voor wiskunde was ze grondig gebuisd: “Arithmétique, pas de facilité de tout”. Haar talenkennis was goed: “Langues, bien”. De literatuur beheerste ze voldoende: “Littérature, assez bien”. De lessen geschiedenis kon ze navertellen: “Histoire, Elle fait ce qu’elle peut pour la résumer”. Aardrijkskunde was gewoon goed: “Géographie, Bien”. In de les handwerken hechtte Trinette slechts belang aan de sierkunsten: “Travail des mains, Elle n’attache du prix qu’aux ouvrages d’agrément”. Ze legde de nodige orde aan de dag voor huishoudelijk werk: “Économie domestique, Elle a de l’ordre”. Haar gedrag was voorbeeldig en ze toonde zich ijverig: “Conduite, très bonne” / “Application, beaucoup”. De gezondheid van Trinette werd ook in haar rapport besproken. Kennelijk had ze een verkoudheid gehad, maar die was helemaal over: “Santé, Elle a été enrhumée, mais c’est tout à fait fini”. Ze kon zich geen goede houding geven: “Maintien, Elle se présente mal”. Daarentegen maakte ze vorderingen in de tekenles, en kon ze al vrij goed piano spelen: “Arts d’agréments, Dessin, progrès. Piano, assez bien”. Voor de rest hadden haar leraars geen opmerkingen.
Op kot bij de prof
De begaafde Moretuszonen studeerden voort aan de universiteiten van Leuven of Douai. Tijdens hun studie verbleven ze in de universiteitsstad. Balthasar I Moretus zat zelfs op kot bij zijn prof. Na een jarenlang verblijf in Leiden doceerde de befaamde humanist Justus Lipsius vanaf 1592 aan de Leuvense alma mater. Balthasar maakte deel uit van de eerste lichting studenten die Lipsius in Leuven onderwees over de teksten van de klassieke auteurs. Justus Lipsius was een bestsellerauteur van de Plantijnse drukker. Daarom is het niet verwonderlijk dat Balthasar bij Lipsius logeerde. Voor het studieverblijf van de jonge Moretus had Lipsius een dagindeling opgesteld. De door Lipsius handgeschreven ‘Ratio studiorum’ is opgesteld in het Latijn. Vrij vertaald luidt de dagindeling als volgt:
Sta rond zes uur op. Bid, was u, en wijd u aan de studie. Geef Cicero één uur; zijn ‘Orationes’ of filosofische werken moeten gelezen worden: maak daaruit een selectie. Doe vervolgens een stijloefening. Stel nu eens een brief, dan eens een gedicht op. Lever elke week van ieder soort één. Schuif er af en toe ook een kleine rede tussenin. Lees ’s middags Suetonius of een andere historicus, en maak hieruit een selectie. Maak na de middag een kleine wandeling. Keer dan terug tot de studie. Vervolgens wordt één uur gewijd aan de Griekse literatuur en voornamelijk aan de prozaschrijvers. Excerpeer ook diverse frasen. Sta dan op en maak terug een kleine wandeling en lees Homerus of een andere dichter. Neem voor het avondeten de brieven van Atticus ter hand, selecteer enkele brieven, en besteed opnieuw tijd aan een stijloefening. Lees na de maaltijd ‘Orator ad Brutum’ van Cicero, en nadien een andere auteur die ik zal aanduiden. Ga omstreeks negen uur slapen na tot God gebeden te hebben.
Merk op dat Lipsius aandacht had voor beweging. Zijn studenten moesten vóór en na de middag even de benen strekken. Balthasar I Moretus maakte zijn studie niet af en keerde zonder diploma naar huis terug om in de ouderlijke drukkerij te gaan werken. Zijn oudere broer Melchior Moretus studeerde ook in Leuven, maar niet bij Lipsius. In 1597 studeerde hij wel af als baccalaureaat in de beide rechten. Melchior ontving dit prachtige diploma in perkament met een grote lakzegel van de universiteit.
Diploma van baccalaureaat in de beide rechten uitgereikt door de Universiteit van Leuven aan Melchior Moretus, 1597 (MPM Arch. 1186, stuk 1)
Logica in Douai
Studenten namen in die tijd zeer uitvoerige notities tijdens de colleges. Petrus Moretus – ‘Peroken met de petiesen’ – studeerde in het begin van de achttiende eeuw aan de universiteit van Douai. Hij schreef meer dan duizend bladzijden vol met notities tijdens de colleges Logica van de professoren Delosse en Dechamps. Hij verfraaide zijn nota’s met twee prenten. Achteraan dit zogenaamde collegedictaat voegde hij een gedrukte studentenlijst toe van het Collège d’Anchin waar hij studeerde en verbleef. Zijn naam wordt vermeld bij de richting ‘Logici scholæ superioris’.
Toen Petrus Moretus in Douai studeerde, stuurde zijn moeder hem de hele tijd geld en spullen die hij zou kunnen gebruiken op.Anna Maria de Neuf zei hem dat ze geen andere manier zag om haar moederliefde aan hem te bewijzen. Petrus vond het evenwel verstikkend, de constante stroom bracht hem in verwarring. In een brief maakte hij zijn moeder op verbloemde wijze duidelijk dat het helemaal niet nodig was, en dat hij steeds haar liefde in zich zou dragen ongeacht haar attenties.
Een courante methodiek aan de toenmalige universiteiten was de publieke verdediging van stellingen. Zo toonden de studenten aan dat ze de leerstof onder de knie hadden, en ze deden ervaring op met spreken in het publiek. Om hun publieke verdediging aan te kondigen en toeschouwers te lokken, lieten de studenten op eigen kosten flyers drukken. Deze aankondiging gaat over een ‘disputatio’ die Paulus Jacobus Moretus op 18 februari 1738 om 15u in de namiddag zou verdedigen in hetzelfde college in Douai waar zijn oom Petrus Moretus had gestudeerd.
Aankondiging van de ‘Disputatio’ die Paulus Jacobus Moretus in 1738 verdedigde aan de Universiteit van Douai (MPM R 63.8 2:103)
In tegenstelling tot hun medestudenten hadden de Moretussen thuis een drukkerij. Toch lieten ze deze ‘theses’ niet thuis in de voorouderlijke drukkerij drukken. In de universiteitssteden Leuven en Douai waren drukkers gevestigd die in dat soort drukwerk gespecialiseerd waren. Ook de Moretussen lieten hun ‘theses’ lokaal drukken. In dit geval leverde de drukker Albert Tossanus geen goed werk af. Hij gebruikte sterk versleten ornamenten. De inkting was ook zeer ongelijk: de linkse helft is veel te vet. Misschien had Paulus Jacobus het toch beter aan zijn vader gevraagd.
De dagindeling voor Baltahsar III Moretus
Niet elke Moretus werkte een volledig curriculum op school af. Balthasar III Moretus voleindigde zijn opleiding thuis. Als oudste zoon was hij voorbestemd om zijn vader als bedrijfsleider van de Officina Plantiniana op te volgen. Daarom stoomde zijn vader Balthasar II Moretus hem via thuisonderricht klaar voor de opvolging. De jonge Balthasar combineerde zijn eerste taken in de drukkerij met de voltooiing van zijn algemene vorming. Zijn vader had een minutieus dagschema voor hem opgesteld van het opstaan tot het slapengaan. De tiener moest elke dag stipt om 6 uur ’s morgens opstaan, zijn gebeden opzeggen, en zijn lange haar kammen. Voordat hij zijn slaapkamer mocht verlaten, moest de jonge Balthasar de bedsprei netjes over het hoofdkussen leggen en de stoelen op hun plaats zetten. Van zodra de jonge Balthasar de trap was afgedaald, moest hij zich meteen wassen. Na de wasbeurt moest hij zijn kanten kraag en manchetten bevestigen. Tegen 7 uur ’s morgens moest hij volledig klaar zijn. Er kwam een privéleraar muziek aan huis. In afwachting tot zijn komst moest de jonge Balthasar een Frans boek lezen. Op het moment dat de dagindeling werd opgesteld was dit de het boek van Famiano Strada over de oorlogen in de Nederlanden in Franse vertaling. Zo leerde de jonge Balthasar de recente geschiedenis van zijn land kennen. Het boek is helaas niet bewaard in de familiebibliotheek. Vader Balthasar droeg zijn zoon op om het boek systematisch van voor tot achter te lezen en niet hier een stuk te lezen en daar nog een.
Balthasar II Moretus, ‘Regle journaliere, laquelle d'icy en avant se debvra observer par Balthasar Moretus le jeun’, [ca. 1660] (MPM Arch. 1150a, fol. 87 recto)
Als de muziekleraar aankwam, moest hij aandachtig de lessen volgen. Na het vertrek van de leraar moest hij zijn vader helpen in de drukkerij. Eerst moest hij kijken of hij drukproeven kon corrigeren. Indien er geen correctiewerk was moest hij doorlopen naar het kantoortje en de Lipsiuskamer. Hij kreeg de opdracht om een half uurtje Latijnse brieven uit het brievenkopieboek te vertalen. De vertaling moest in een verzorgd en elegant handschrift met aandacht voor interpunctie en hoofdletters. Intussen werd het half tien, en dan pas mocht Balthasar van zijn vader haastig ontbijten. Na een snel ontbijt werd hij onmiddellijk terug in de drukkerij verwacht om zijn werk voort te zetten. Als er geen werk was, moest hij sommen maken in zijn wiskundeboekje.
Nadien moest hij zich netjes opkleden om naar de mis te gaan. Exact om kwart na elf moest hij zijn mantel aantrekken en zijn hoed schoonmaken. Vervolgens moest hij zijn haren kammen en zijn das goed knopen. Voordat hij de deur uit ging moest de jonge Balthasar alles nog eens checken. Pas als hij over heel de lijn netjes was opgekleed mocht hij vertrekken. In de kerk moest hij van zijn vader welgemanierd alle priesters groeten die de familie kende. Na de mis moest Balthasar III muziek oefenen. Hij moest dit volhouden tot aan het middageten, tenzij zijn moeder het lawaai beu was. In dat geval moest hij stoppen en verder lezen in ‘Histoire de la guerre de Flandre’ van Famiano Strada. De jonge Balthasar III Moretus moest ook leren om zich goed te gedragen aan tafel. Zijn vader eiste dat hij niet te traag maar ook niet te snel at, en uiteraard zonder te morsen. Balthasar junior moest ook leren om het vlees op te dienen en de wijn of het bier in te schenken.
De dagindeling stopt abrupt halverwege de namiddag. Naar alle waarschijnlijkheid liep de dagindeling oorspronkelijk tot het slapengaan. De originele dagindeling in het handschrift van vader Balthasar II Moretus is helaas verloren gegaan. Het document dat wel bewaard is gebleven is een onvolledig afschrift in het handschrift van Balthasar III Moretus.
Thuisonderwijs boekhouden
De leerstof op school is niet altijd even praktijkgericht. Ook in onze tijd klinkt er soms kritiek dat leerlingen niet leren om met geld om te gaan. Voor de Moretussen was de kennis van financiën essentieel. Alleen door goed beheer van het financiële vermogen kon het familiebedrijf gezond naar de volgende generatie worden overgedragen. Daarom onderwees Balthasar II Moretus zijn zoon Balthasar III persoonlijk in boekhoudkunde. De negentienjarige Balthasar III moest een oefenboekhouding bijhouden. Zijn vader verzon fictieve transacties die Balthasar III volgens de boekhoudregels in het oefenjournaal moest boeken. Op de titelpagina nam de jonge Balthasar een disclaimer op. Alle transacties zijn fake: “Nota desen journael, ende den grooten boeck desselfs en sijn maer alleen een formulier om te leeren boeckhouden, sonder dat de partijen daer in staende in effect alsoo sijn”.
Het verzonnen huwelijk met Maria de Schot in het oefenjournaal van Balthasar III Moretus (MPM Arch. 506, p. 19)
In het verzinnen van de fictieve transacties ging vader Balthasar II heel ver. Op een bepaald moment liet hij zijn zoon trouwen met de onbestaande jongedame Maria de Schot. Hij fantaseerde alle details rond het huwelijk zoals de bruidsschat. Zo liet hij zijn zoon voor 1000 pond juwelen kopen voor zijn fictieve bruid. Dat had Balthasar II zelf gedaan voor zijn eigen huwelijk met Anna Goos.
Vraagstuk erfrecht
Om het familievermogen naar de volgende generatie over te dragen was kennis over het erfrecht noodzakelijk. Balthasar II Moretus stelde daarom een vraagstuk op voor zijn zoon Balthasar III:
Peter trouwt met Maria. Hij brengt £ 1000 in het huwelijk en zij £ 500. Ze krijgen vier kinderen. Na verloop van tijd verviervoudigt het kapitaal tot £ 6000. Plots overlijdt Maria. In haar testament had ze haar man als volle erfgenaam aangeduid en haar kinderen tot £ 1000. Een tijd later hertrouwt Peter.
Vragen: Zijn de kinderen in hun rechten voldaan na het tweede huwelijk van hun vader? Mag de vader het deel van de kinderen beleggen? Moet de vader in dat geval de kinderen onderhouden?
Dansles
Voor een bemiddelde familie als de Moretussen was het belangrijk voor de kinderen om te kunnen dansen. Deze sociale vaardigheid hadden ze nodig in de elitaire kringen die ze frequenteerden. Daarom huurde Balthasar II Moretus dansleraar in om privélessen aan zijn kinderen te geven. De Antwerpse dansmeester Joannes Baptista van Dooren gaf negen maanden lang danslessen aan de dertienjarige Melchior en zijn achttienjarige zus Maria Isabella en vermoedelijk ook aan zijn negenjarige zus Anna Maria.
Rekening van dansmeester Joannes Bapista van Dooren voor danslessen gegeven aan drie Moretuskinderen, 1674 (MPM Arch. 712, vol. 3, stuk 69)
Hun oudste broer Balthasar III Moretus nam pas danslessen bij dezelfde dansmeester toen hij verloofd was. Op deze wijze wilden Balthasar en zijn aanstaande bruid Anna Maria de Neuf geen mal figuur slaan in de openingsdans op hun trouwfeest.
Uit al deze verhalen blijkt duidelijk hoe veelzijdig de opvoeding van de Moretuskinderen was. Een doorsnee kind kreeg in die tijd lang niet zoveel kansen als de Moretussen aan hun kinderen gaven.