Een tekst over de koningin van Schotland viel wel niet onder de verboden calvinistische werken, maar de inhoud kon wel politiek liggen voor de betrekkingen tussen Spanje en Engeland. Mary Stuart was van 1542 tot 1567 koningin van Schotland geweest. In 1567 werd ze gedwongen tot troonsafstand en verbleef de jaren erop onder huisarrest op verschillende plaatsen. Koningin Elizabeth I zag in haar als katholieke troonpretendente een mogelijke bedreiging voor haar eigen positie. In 1587 werd ze na beschuldiging van deelname aan een complot om Elizabeth te vermoorden, uiteindelijk onthoofd. Zover was het in 1571 nog niet, maar een pamflet waarin de aanspraken van Mary op de Engelse troon werden gesteund en dat in de Nederlanden was gedrukt, kon mogelijk wel de relaties tussen de Spaanse en de Engelse kroon bemoeilijken. Het pamflet waar het om ging was wellicht A treatise concerning the defence of the honour of ... Marie Queene of Scotland … with a declaration, as wel of her right, title, and interest, to the Succession of the Croune of England: as that the Regiment of Women is conformable to the lawe of God and Nature. Dit driedelig werk (elk deel had zijn eigen titelpagina) stond op naam van Philippes Morgan, een pseudoniem van John Lesley (of Leslie). Deze Schotse theoloog en rechtsgeleerde, bisschop van Ross in 1565, was een vurig pleitbezorger van Mary Stuart. Hij werd daarom verbannen en belandde verschillende keren in gevangenschap.
foto: Ans Brys
Dezelfde dag schreef Plantijn ook een brief aan Cornelius Reineri, theoloog en rector aan de Leuvense Universiteit. Hij vroeg hem een exemplaar te kopen van alle Engelse boeken van de afgelopen twee jaar die hij in Leuven kon vinden. Plantijn zou hem uiteraard daarvoor betalen, maar het moest wel geheim blijven.
Wat de afloop was van deze zaak is niet bekend. Als Reineri Plantijn een exemplaar had bezorgd van deze tekst, is de kans groot dat Plantijn het lettertype had herkend. Hoewel de titelpagina het impressum van Gualterus Morberius, een Luiks uitgever, heeft, was het in feite gedrukt in Leuven door Joannes Foulerus, of met zijn eigenlijke Engelse naam John Fowler. Deze drukker emigreerde na zijn studie aan Oxford omwille van zijn katholiek geloof in 1559 of 1560 naar de Nederlanden. Sinds 1565 drukte hij in Leuven werken in het Engels of Latijn. Plantijn verhandelde tal van boeken met hem vanaf ten minste december 1568. Twee maand vóór Alva’s brief had hij Fowler nog persoonlijk gezien toen hij in Leuven was en er 12 gulden van hem in ontvangst nam.