Vannacht was het weer prijs. De nachtwerkers hebben de toiletten in de stad geruimd en de beer illegaal geloosd in de ruien en de vlieten. Zoals het hen het beste uitkwam. ‘Nochtans is dit bij wet verboden,’ weet de voorzitter van het buurtcomité te vertellen. Inderdaad, lozen mag enkel aan de Sint-Jansvliet. Bovendien benadelen ze hiermee de mensen van de reinigingsdienst, van het zogenaamde Mooimeierschap. ‘Deze moosmeesters betalen zelfs pacht aan de stad om de mest te mogen scheppen. Je reinste broodroof ‘, aldus nog de voorzitter. ‘En voor ons een onhoudbare stank,– erger nog – een gevaar voor de volksgezondheid’, beamen de omstaanders. Om het aanslepende probleem voor eens en voorgoed op te lossen heeft de stad een strenge straf opgelegd: de illegale lozers verliezen hun poorterschap en krijgen een boete van 3 Vlaamse ponden.
Antwerpen, 16 januari 1610
Het gebod
16 januari 1610, Jan I Moretus, Antwerpen
Nr. A 2010 II/363
Lees de transcriptie hier >
Samenvatting
Ondanks eerder verbod voor de nachtwerkers om vuilnis te storten in ruien en vlieten naargelang het hen het beste uitkomt, is het toch weer voorgevallen. Met alle ongemakken vandien: stank en infectiegevaar en vooral broodroof van de pachters van de ‘reinigingsdienst’. Het stadsbestuur verbiedt de nachtwerkers nogmaals ten strengste om vuil (‘beer’) te storten in ruien en vlieten. Ze moeten dit zoals vanouds in de Sint-Jansvliet of op de Sint-Jansvlietplaats (?) doen. De opgelegde straf zal de verbeurdverklaring van hun poorterschap zijn en een boete van drie Vlaamse ponden, waarvan één deel bestemd voor de heer, één deel voor de stad en één deel voor diegene die de overtreding signaleerde.
Getekend Philip Rubens, stadssecretaris. 1 februari 1610.
Wist je dat
Rubens, broer van …
De stadssecretaris zet zijn naam onder elk gebod. In dit geval gaat het om Philip Rubens, de oudere broer van de schilder Peter Paul Rubens. Philips was stadssecretaris van 14 januari 1609 tot zijn overlijden in 1611.