Transcriptie
Gheboden ende wt-gheroepen by
mijnen Heeren, Schouteth, Borgher-
meesteren, Schepenen, ende Raedt
der Stadt van Antwerpen, op den
eersten Februari, 1610.
Alsoo de Heeren ende de Stadt gheinformeert
zijn / dat de Nacht-werckers gheruymt hebben-
de eenige weerdribben oft privaten / hen vervoor-
deren contrarie (in tegenstelling) de voorgaende ordonnantie den
beer (aal / mest) te storten inde Ruyen en Vlieten daer’t hen
ghelieft / ende best te passe comt / d’welck niet a-
lleenlijck en is tot grooten achterdeele (nadeel) der gheen-
re die het moos (vuilnis)-meesterschap deser Stadt in pach-
te zijn hebbende / maer boven dien / overmidts den
stancke ende vuyligheydt / soude moghen veroorsaken eenighe infectie
/ SOO IST datmen om t’selve te verhoeden ende weyren (weren / vermijden) / van s’Heeren ende
der Stadt weghen wel scherpelijcken ghebiedt ende ordonneert / dat
van nu voort-aen gheen Nacht-werckers hen en vervoorderen den
beer die sy sullen comen te ruymen / in eenighe Ruyen / Vlieten / oft andere
plaetsen te storten dan in S.[int] Jansvliet / plaetse van oudts daer toe ghe-
ordonneert / Opde verbeurte van hunne Poorterije / ende pene van dry ponden Vlaems * / te bekeeren in drijen / d’een deel den Heere / d’ander der
Stadt / ende het derde den Aenbrengher.
Ph. Rubens.
Originele tekst
16 januari 1610, Jan I Moretus, Antwerpen
Nr. A 2010 II/363