Transcriptie
Gheboden ende vuytgheroepen by
Schouteth, Borgemeesteren, Schepenen ende
Raedt der Stadt van Antvverpen, op
den xiiijsten Iulij, XVC .LXXXI.
Men condicht ende gebiedt wel scherpelijck
van s’Heeren ende der Stadt wegen / dat nie-
mandt wie hy zy / man noch vrouw / oudt
noch ionck he[n] en vervordere (veroorloven) van nu voort-
aene des avonts achter straten te gaen nae
den thien uren in meerder ghetale dan boven de twee
oft drye persoonen tseffens / wtgenomen degene die van
Eedts ende officie weghen moeten lancx ter
straten in meerder ghetale gaen / ende dat alleenlijck met eenen
Lanteerne met licht / sonder te moghen gaen met Fac-
kelen / To[o]rtsen / oft andere groot licht / Ende dat op de
pene (straf) van ses Karolus gulden: ende bove[n]dien / soo verre
sy egheen kennisse ghedoen en cunnen / van ghevanghen
gestelt / oft arbitralijck (gerechtelijk, naar inzicht van de rechter) gecorrigeert (gestraft) te worden / ter discre-
tien vanden Heer ende der stadt: Verbiedende voorts
een yegelijck van wat qualiteyt hy zy / overmits desen
dangereusen * (gevaarlijke) tijt / tsavonts eenige Bruyloften oft Ban-
cketten te houden / dan tsmiddaechs / en[de] dit alleenlijcken
by provisie ende ter tijt toe anders byde voorsz. Heeren
zal wesen gheordonneert / Opde pene van arbitralijcken
ghecorrigeert (gerechtelijk gestraft) te worden.
Vander Neesen
Originele tekst
13 juli 1581, Christoffel Plantijn, Antwerpen
Nr. A 1844/ 58, L 34 (45 kopies)