Transcriptie
Gheboden ende vuytgheroepen by
mynen Heeren den Schouteth, Borgemeesteren,
Schepenen en[de] Raedt der Stadt van Antvver-
pen, op den XVIII. Februarij,
M.D.LXXXII.
Men ghebiedt van weghen als boven alle herbergiers /
weerden / borgeren ende ingesetenen / dat sy voortane
sullen schuldich zijn alle avonde[n] / soo opten stadthuy-
se als aen hunnen Capiteyn over te brenghen de per-
soonen met naem ende toenaem binne[n] hunnen huy-
sen gheforiert (bevoorraad) oft gelogeert wesende / wie oft van wat
natie de selve moghen wesen / opte pene (op straf) van ouds daer toe staende:
Mitsgaders dat een yeghelijck (iedereen) sal goede acht ende toesicht nemen op
syne knechten / dienaren / oft andere persoonen binnen synen huyse
woonende / oft aldaer vuyt (uit) synen vryen wille logerende / ten eynde de
selve voor hunne doren (deuren) opter straten egheen rumoer oft onghestich-
ticheyt (ongepastheden) voorts en stelle[n] / opte pene van tselve voor hun te verantwoor-
den / ende ghecorrigeert (gestraft) te worden naer ghelegentheyt (afhankelijk) vander saken.
Item dat een yeghelijck sal schuldich zijn de strate voor zijn dore te
reynigen ende schoon te maken / sonder de selve met eenighe vuylnisse
belemmert te laten / opte pene van ses guldens.
Ende dat een yeghelijck int vieren sulcken regard (aandacht / in acht nemen) ende toesicht op
zijn huys sal nemen / ten eynde daer inne egheenen brandt en comme /
opte pene van oudts daer toe staende / ende daer en boven alle bescha-
dicheyt daer vuyt spruytende op hem verhalen.
Oock dat alle Putmeesters sullen schuldich zijn ten tyde van het
vieren te blyven binnen hunnen huyse oft quartier (kwartier / wijk) en[de] opten brandt
goede toesicht nemen / ende de leeren (ladders) / mitsgaders de heemers (emmers) ende an-
dere ghereetschap veerdich (gebruiksklaar) houden / om alle ongheluck van brande te
blussen ende weder te staene (paraat te staan) op arbitrale correctie (gerechterlijk gestraft / volgens inzicht van de rechters).
Men ghebiedt voorts dat niemandt hem en vervoordert (veroorloofd / wagen) binnen
noch buyten deser stadt eenighe roeren (geweren) oft bussen / int innecommen (Blijde inkomst)
van zijnder Hoocheyt aff te schieten / ten sy dat de selve in sijn Hoff (in de abdij van St.-Michiels) sal
zijn ghetreden / op lijfstraffinghe.
G. Ki[e]ffel
Originele tekst
18 februari 1582, Christoffel Plantijn, Antwerpen
Nr. A 1844/76, L 40 (107 kopies)