Karolingisch manuscript
Het oudste manuscript in het Museum Plantin-Moretus is het 9de-eeuwse handschrift met het Carmen Paschale van Caelius Sedulius en de Epigrammata van Prosperus. Dit is een van de zeldzame, verluchte Karolingische manuscripten.
Bijbelse taferelen
De getekende taferelen uit het Oude en Nieuwe Testament verraden nog de stijl van de laat-antieke kunst. Angelsaksische en Hoogduitse glossen (verklaringen of vertalingen, geschreven tussen de regels of in de marge) zijn aan de tekst toegevoegd, sommige in cryptografisch schrift. Het handschrift kwam tot stand in een Luiks scriptorium.
Erfenis
Het ‘Carmen Paschale’ is een Paaslied van de auteur Caelius Sedulius. Sedulius schreef het omstreeks 425. Rond 860 werd het in een Luiks schrijfatelier op schrift gezet en versierd. Het was bestemd voor de plaatselijke Sint-Lambertuskathedraal. Christoffel Plantin erfde het werk in 1581 van de humanist Theodoor Poelman, samen met nog andere Latijnse handschriften. Poelman bracht aantekeningen aan bij de teksten, maar al vóór hem hadden anderen notities toegevoegd in het Angelsaksisch en het Oud-Hoogduits.