Guicciardini's boek is uniek in zijn soort. Nooit eerder beschreef iemand zo minitieus onze dorpen, steden en gewoontes.
Kris Geysen is als assistent-conservator oude drukken bij het Museum Plantin-Moretus dagelijks in de weer met de bewaring en registratie van oud drukwerk. Daarnaast verzorgt ze de vaste presentatie in het museum en zet ze haar schouders onder projecten die oude drukwerken publiek toegankelijk maken. “In het Museum Plantin-Moretus bezitten we nu ongeveer 85 procent van alle werken die ooit door Christoffel Plantijn en zijn opvolgers gedrukt werden,” vertelt Kris. “Het doel is om alle werken uiteindelijk terug naar hun heimat te brengen. Sommige van onze werken zijn zo uniek dat we er een volledige tentoonstelling aan kunnen wijden.”
Topwerk uit de collectie
Eén van die unieke stukken is Guicciardini’s lijvige Beschrijving van de hele Nederlanden. “We zijn het unaniem eens: dit boek is echt een van de topwerken uit onze collectie. Eigenlijk was Willem Silvius de eerste uitgever van dit werk, maar diens drukkersprivilege liep af, waarna Plantijn het in 1581 overnam. Hij breidde het boek uit met tientallen prachtige gravures van de besproken steden: dat maakte het werk extra aantrekkelijk. De rest is geschiedenis: het boek was honderd jaar lang een bestseller en werd wel zestig keer uitgegeven met talloze herdrukken en een resem vertalingen”, aldus Kris.
Het boek was 100 jaar lang een bestseller met talloze herdrukken. Plantijn brengt het boek op de markt met tientallen afbeeldingen van de besproken steden: die waren zeer populair.
Wat maakt de expo onmisbaar?
“De inhoud van deze Beschrijvingvan de hele Nederlanden biedt boeiende inzichten voor iedereen. Met de expo willen we dan ook aan het grote publiek de kans geven om door de ogen van Guicciardini het leven in Antwerpen en de Lage Landen te ontdekken. Met een team vrijwilligers vertaalden we de teksten eerst naar het modern Nederlands. Dit vertaalwerk kan je nu trouwens ook online lezen, via de website van het museum.”
“Het boek gaat dan wel over alle steden, dorpen en alledaagse gebruiken van de hele Nederlanden, toch kan je er niet omheen dat Guicciardini’s liefde voor Antwerpen er gewoon vanaf spat. Guicciardini houdt ons echt een spiegel voor: als inwijkeling ziet hij namelijk dingen die inwoners niet meer zouden opvallen. We kozen in de expo voor vijf afgelijnde thema’s. Eerst introduceren we Lodovico Guicciardini en zijn intrede in de Nederlanden, in Antwerpen dus. Daarna tonen we zijn uitgebreide beschrijving van de stad Antwerpen, de haven en de vele gebouwen, straten, vlieten en vesten. De bezoeker ziet vervolgens ook Antwerpen als handelsstad, met de kooplieden, de beurs, de vele winkels en beroepen. Verder tonen we wat de inwoners in de Nederlanden aten en dronken, met uiteraard ook aandacht voor landbouw en veeteelt. Zonder werk op het veld kwam er immers geen eten op de plank. Tot slot focussen we op de volksaard die Guicciardini beschreef: de zeden en gewoonten, de positie van vrouwen en vreemdelingen in de stad, de neiging om stevig te feesten. Guicciardini vermeldt ook de zwaarmoedigheid die mensen meer naar het bier doet grijpen dan gezond voor hen is.”
Hoe bouwden jullie deze tentoonstelling op?
foto: Victoriano Moreno
"Tentoonstellingen over boeken maken blijft een uitdaging, want je kan in de vitrine bijvoorbeeld maar twee pagina's tonen. Bovendien zijn de teksten vaak in moeilijk leesbare lettertypes gedrukt: daarmee lok je niet veel bezoekers. We kozen dus voor een sterk visuele aanpak, waarbij we de woorden van Guicciardini tot leven brengen dankzij vele prenten, zoals levendige gravures, houtsneden en etsen uit de zestiende eeuw. Deze zijn het plaatje bij een praatje. Daarnaast voegden we ook enkele verrassende objecten toe, zoals een vermeende wervel van de reus Antigoon. Eén van de blikvangers is bovendien een indrukwekkend groot plan van Antwerpen van wel 265 cm breed. Deze zogenaamde kaart van Virgilius Bononiensis werd minutieus gerestaureerd: het is een echt pronkstuk. Geloof me, deze tentoonstelling is een meeslepende ervaring. He wandelt in één langgerekte tocht doorheen het Antwerpen en de Nederlanden van de zestiende eeuw. Veel afgebeelde prenten zijn trouwens gebaseerd op ontwerpen van de grote Pieter Bruegel de Oude, met zijn typische gedetailleerde situatieschetsen. Voor wie het boek echt wil doorbladeren is er ten slotte ook een facsimile (replica, red.) uit 1979. Een prachtige, ingekleurde versie van het originele boek kan je enkel in vitrine aanschouwen."
De expo bestaat uit originele citaten, tot leven gebracht in de vele prenten en tekeningen, en een meeslepende audiobeleving.
Wat zijn jouw favoriete breugeliaanse prenten van deze expo?
Twee springen er zeker voor Antwerpenaren echt uit. Bijvoorbeeld 'Het ijsvermaak aan de Sint-Jorispoort' uit ca. 1558 is een echt kijkplaatje vol anekdotes. Gewoon 'mensen kijken', zoals Bruegel het zo graag doet: schrikschoenen en schaatsen, een sleetje van kaaksbeenderen, vallen met de billen bloot, door het ijs zakken, avances onder brug, enzovoort. Het opschrift is ook vrij dubbel te interpreteren: 'De slibberachtigheyt van 's menschen leven'."
Mijn tweede must-see is 'De kermis van Hoboken'. Het is uitbundig breugeliaans, zoals we hem kennen: een kermis met allerlei feestelijkheden en spellen. In het midden een paard en wagen, links een rondedans, rechtsvoor een wedstrijdje boogschieten. Op de achtergrond een roomse processie met onderaan de prent een veelzeggend, tweeregelig onderschrift in het Nederlands: 'Die boeren verblijen hun in sulken feesten / te dansen springhen en dronckendrincken als beesten'."
Maar daar blijft het niet bij. Jullie maakten de expo nog meer als een beleving, klopt?
“De expo heeft nog meer te bieden dan enkel citaten en prenten,” benadrukt Kris. “We dompelen de bezoekers onder in het leven van 500 jaar geleden via een tiental audioverhalen. Jeroen Olyslaegers maakte deze prachtige verhalen, waarin hij in dialoog gaat met ‘Lowijs Guicciardijn’, de Vlaamse naam van Lodovico Guicciardini. In korte uiteenzettingen hoor je de verteller luidop nadenken en spreken tot ‘Lowijs’. Het voert de luisteraar bijna letterlijk tot in de getoonde prenten: een extra, meeslepend element in de expo dus.”
Luister naar de verhalen >>
Hoe lieten jullie het moderne Antwerpen doorsijpelen in de tentoonstelling?
“Het museum laat ook hedendaagse stemmen horen bij de expo. Guicciardini bekijkt de Nederlanden en de lokale gewoontes vanuit zijn blik als zestiende-eeuwse Italiaan die terechtkomt in een voor hem nieuwe, andere maatschappij. We laten de bezoekers in de expo zichzelf de vraag stellen: herken ik mij in de beschrijving? Onze collega Malika Ahali organiseerde workshops en gesprekken tijdens de voorbereiding op de expo. Ze deed dit met zowel nieuwkomers en oudkomers, als met Antwerpenaren die hier al hun hele leven wonen. Malika wou weten hoe zij in de eenentwintigste eeuw de Nederlanden en de gewoonten van de inwoners ervaren. Al deze indrukken verwerkten we onder meer in de bezoekersgids.”
Is er ook een online luik?
“Guicciardini schrijft in het begin van zijn boek: ‘Dankzij deze beschrijving kan je door de Nederlanden reizen zonder je zetel te verlaten’. Het museum maakte naar analogie een heuse online tour: Dwars door de Nederlanden. Deze tocht loopt langs alle dorpen en steden die Guicciardini beschreef, en werd aangevuld met prenten van deze locaties, afkomstig uit de rijke collectie van het Prentenkabinet. Tot slot is er nog een extra aanvulling op de expo, via tien online kortverhalen van Mohamed Ouaamari. Hij liet Guicciardini verrijzen in het moderne Antwerpen, doorliep zo met hem een inburgeringsproces en beschrijft hoe de man het contrast tussen het ‘oude’ en het ‘nieuwe’ Antwerpen ervaart. Ook hier houden we de stad een spiegel voor, met enkele frappante vergelijkingen.”
Lees de verhalen hier >>