Overslaan en naar de inhoud gaan

Verrijzen in het moderne Antwerpen - Mohamed Ouaamari

uit de Gazet van Antwerpen bijlage

Auteur Mohamed Ouaamari liet Guicciardini verrijzen in het Antwerpen van nu. Hij houdt de stad zo een spiegel voor, net zoals de Italiaanse expat dat 400 jaar geleden zelf deed met zijn boek. Een verhaal over he een stad (niet) verandert na vierhonderd jaar.

Om de analoge beleving van de expo 'Komt een Italiaan naar de Nederlanden' te counteren, krijgt de expo een verlengstuk via tien online kortverhalen van Mohamed Ouaamari. We spraken met Ouaamari over enkele contrasterende verschillen en vanzelfspekende tradities van de havenstad.

Mohamed Ouaamari is vooral bekend als columnist bij De Morgen en bracht in 2020 zijn eerste boek Groetjes uit Vlaanderen uit. Als ervaringsdeskundige met Marokkaanse roots weet hij als geen ander hoe het voelt om op te groeien in een stad vol diversiteit. “Ik las het boek van Guicciardini en probeerde me in te beelden hoe zijn eerste indrukken moeten geweest zijn. Door hem in mijn verhalen mee te nemen langs tien iconische plaatsen in de stad, laat ik hem reflecteren over heden en verleden. Hij had dit allemaal al eens meegemaakt, vier eeuwen geleden. Laten we hem dan maar eens droppen in het Antwerpen van nu, dacht ik.”

Deze expo heeft een enorme meerwaarde. Je leert er echt hoe Antwerpen zich ontwikkelde tot wereldstad.

Vallen en opstaan

Niet onbelangrijk: Ouaamari laat Guicciardini terugkomen zonder verblijfsvergunning. “Hij start echt vanaf nul: zonder verblijfsdocumenten, geld of onderdak. Guicciardini beschreef vroeger zelf hoe men burger kon worden door simpelweg trouw te zweren aan de vierschaar. Met de huidige bureaucratie is alles heel frustrerend voor hem: hoe bewijst hij in godsnaam dat hij de enige echte Lodovico Guicciardini is? Hij zit in geen enkel gemeentebestand en krijgt geen erkenning voor zijn bestaan.”

“Ik laat hem dus inburgeren via de moeilijkste weg: hij moet echt overleven in de stad. Dat houdt onrechtstreeks ook in dat hij werk moet zoeken op een clandestiene manier, want contracten bestaan niet in de wereld van sans-papiers. Via deze verhalen toon ik dat het leven van die ‘gelukszoekers’ niet allemaal rozengeur en maneschijn is. We zitten ineens al bij het eerste grote verschil: Antwerpenaren sloten vroeger – volgens Guicciardini – heel snel en vaak vriendschappen met inwijkelingen en ‘vreemden’. Laat dat nu net hetgene zijn wat zo veel meningsverschillen veroorzaakt.”

Op café met Guicciardini

Het eerste van de tien kortverhalen speelt zich meteen af op café. “We kunnen er niet omheen: de ziel van een Vlaming raak je het snelst als je een pint gaat drinken. De oude lijfspreuk van Guicciardini was bovendien ‘In niets teveel’, wat sloeg op de drankzucht en de uitspattingen van de Vlamingen. Ik drink dan wel geen alcohol, maar toch beginnen de verhalen met een typisch tooggesprek tussen Guicciardini en mezelf. Daarin vertelt hij me over zijn eerste dagen in het moderne Antwerpen. Hij heeft – net zoals in de zestiende eeuw – moeite om vanaf nul te starten en zich in te burgeren in de maatschappij.”

Via elk kortverhaal sleep ik de lezer iets dieper mee in wat er zich echt afspeelt in Antwerpen: inclusief de groezelige kantjes en het harde straatleven.

Metamorfose

De verhalen vertellen ook hoe het uitzicht van Antwerpen veranderde op 400 jaar tijd. “Guicciardini beschrijft zijn ontsteltenis: alles is van steen! Overal is de weg verhard en staan er auto’s stil in rijen. Het groen is verdwenen: zelfs op het Laar is er geen gras of boom meer over. De hele stad is enorm gegroeid en er is overal elektriciteit en licht! Daarnaast zijn onze vanzelfsprekendheden voor hem een echte schok. Zo is er een georganiseerde eenheid als bewapende stadswacht: de politie. En er zijn treinen, een justitiepaleis en zelfs afvalscheiding, waar men zich vroeger niets van aantrok. Tot slot blijkt ook de Nederlandse taal onvergelijkbaar geëvolueerd. Guicciardini herkent de klanken nog wel, maar begrijpt er niets van. Zo toon ik opnieuw aan hoe moeilijk anderstalige nieuwkomers het hier hebben.”

Van Brederodestraat tot Antwerpen-Noord

Door Guicciardini te laten zwerven in de stad, geeft Ouaamari ook een beeld van de moderne stad Antwerpen. “Ik link zijn ‘nieuwe’ levensloop aan bepaalde locaties in de stad. Uiteraard denkt iedereen bij Antwerpen aan Brabo en het Centraal Station: daar laat ik hem dan ook passeren. Maar ik laat ook de ruwe kantjes zien: plekken die in schril contrast staan tegenover het idyllische plaatje. Zo laat ik Guicciardini eerst rondhangen met de daklozen, die hem een houvast bieden tijdens zijn woelige eerste dagen. Zijn enige sociale netwerk zijn op die moment anderen die ook in de miserie zitten. Mensen ontfermen zich over hem tijdens mijn verhalen, dat is niet veranderd ten opzichte van vroeger. Toen bevond zijn netwerk zich echter in de hoogste rangen van de maatschappij, met de drukkers en de kooplieden.”

“Nu moet hij zich terug opwerken, via onder meer een viswinkel in Borgerhout. Vroeger was er de vismarkt, nu komen de gekoelde vissen toe uit in vrachtwagens uit Frankrijk. In groezelige winkeltjes stellen ze hier nu mensen zonder papieren tewerk: een extreem zware job die je niet met Antwerpen associeert. Op deze manier laat ik Guicciardini zich terug ‘inburgeren’ en beschrijf ik plaatsen zoals de Joodse buurt, het inburgeringscentrum Atlas, de Meir, de Seefhoek, Brederodestraat en natuurlijk ook de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, waar hij begraven ligt. Zo komen we tot het meest tragische van Guicciardini’s leven. De man die een van de belangrijkste historische werken over de Nederlanden schreef stierf nederig, eenzaam en arm.”

Researchverslaafd

"Het leukste aan dit project was om me in te leven in de tijdsgeest. Ik las onder meer Wildevrouw van Jeroen Olyslaegers en Michael Pye's Antwerpen: De Gloriejaren. Verder bezorgde het Museum Plantin-Moretus me heel wat naslagwerken. Door al deze literatuur kreeg ik echt een andere blik op de stad. Of ik er meer ben van beginnen te houden? Zeker weten! Je leert echt hoe de straten en wijken gegroeid zijn en hoe de stad tot leven kwam. Ik kon letterlijk niet stoppen met bijlezen! Net omdat we nog maar zo weinig weten van hoe deze stad zich ontwikkelde, is deze expo een enorme meerwaarde. Antwerpenaren komen in deze tentoonstelling echt te weten wat hun achtergrond is", besluit Ouaamari.

Museum Plantin-Moretus

Unesco werelderfgoed

Slogan icons

Meld je aan voor de nieuwsbrief