Wanneer de verwachtingen van een auteur niet overeenkomen met die van de uitgever, leidt dit tot wrijving. Dat was ook af en toe het geval bij auteurs die hun werk bij Plantijn lieten uitgeven.
Deze brief aan Franciscus Turrianus (of: Francisco Torres) is daar een voorbeeld van. Deze Spaanse theoloog was na zijn studies naar Rome gekomen waar hij zich onder bescherming van kardinaal Giovanni Salviati had toegelegd op de studie van Griekse kerkvaders. Een van de teksten die hij had uitgeven, was een verzameling besluiten uit de vroegste jaren van de katholieke kerk die op naam van de heilige paus Clemens waren overgeleverd. De editie met alleen de Griekse tekst had Turrianus in 1563 in Venetië gepubliceerd en wilde die ook later met een Latijnse vertaling en commentaar door Plantijn laten drukken.
Al in oktober 1575 was Plantijn begonnen met het drukken van het boek. Uit zijn brief van 17 december 1575 aan Turrianus leren we dat hij al enkele gedrukte bladen aan de auteur had bezorgd via Pedro Trigoso, een jezuïet die toen in Antwerpen verbleef en die toezicht hield op het drukken van de tekst. Turrianus had er zich over beklaagd dat zijn tekst niet correct was gevolgd waarop Plantijn alleen maar verontschuldigingen kon aanbieden en verzekeren dat hij nog liever iets zou fout drukken dan zelf iets te veranderen.
Deze brief aan Turrianus van februari 1576 laat uitschijnen dat Turrianus zich had boos gemaakt dat Plantijn alleen de Latijnse vertaling wou drukken en niet de oorspronkelijke Griekse tekst. Misschien was Plantijn bang dat het werk, dat nu al meer dan 400 pagina’s telde, te omvangrijk zou worden om nog voor een redelijke prijs te verkopen.
Turrianus had Plantijn ook verzocht om te wachten met het drukken van zijn commentaar op de teksten van Clemens Romanus tot hij het tekstgedeelte in handen had. Plantijn was daar niet voor te vinden omdat dat volgens hem teveel tijdverlies met zich meebracht. Toch lijkt het er sterk op dat hij tegemoet is gekomen aan de wens van Turrianus. In de betalingen aan de zetters en drukkers zien we dat het gedeelte met de tekst einde april 1576 al klaar was en dat het werk aan de rest van de publicatie een jaar stil lag. Dat maakte het zeker mogelijk om de gedrukte bladen naar Turrianus in Rome te sturen en zijn bemerkingen af te wachten vóór het drukken te hervatten. Door al dit uitstel duurde het tot einde december 1577 voor het werk volledig gedrukt was en de eerste exemplaren voor verkoop konden worden verstuurd.