Jeugdvriend
De huidige schilderijenverzameling van het museum telt onder haar 151 werken maar liefst 71 portretten. Het was de derde bedrijfsleider, Balthasar I Moretus, die zijn stadsgenoot en jeugdvriend Peter Paul Rubens vroeg om portretten te maken van zijn grootouders. Aan moederskant waren dat Christoffel Plantin en Jeanne Rivière. Ook zijn ouders – Jan I Moretus en Martina Plantin – vereeuwigde Rubens op doek.
Welgestelde burgers
Het portretteren van belangrijke familieleden kwam vaak voor bij welgestelde burgers. Ook huisvrienden werden geportretteerd, zoals de humanist Justus Lipsius. Bij erfenisverdelingen, vaak een moment waarop collecties worden opgesplitst, kwamen de portretten altijd toe aan de toenmalige bedrijfsleider. Zo bleven ze als geheel bewaard. De familie Moretus droeg veel zorg voor haar patrimonium.